Kleden vs stijlen, vier tips
Een vraag die ik vaak krijg tijdens mijn kastsessies: Leer mij het verschil tussen kleden en stijlen.
Kleden is als je een kledingstuk aanschiet vanuit je kledingkast en het laat hangen om je lijf zoals het is. Het kledingstuk zal zich tijdens het dragen vormen naar je lijf en hoe jij het vervolgens uitdraagt (dat is al een deel van jouw stijl). Echter, we dragen massaproducten aan ons lijf. Maar zijn we allemaal hetzelfde?
Nee.
Dus hoe dragen we onze persoonlijkheid uit in onze outfits? Hoe krijgen we het gevoel dat wat we dragen overeenkomt met wie we zijn en waar we voor staan? Kortom, door deze vraag aan onszelf te stellen gaan we een laag dieper dan puur het uiterlijk vertoon. En zo ga je op ontdekkingstocht en experimenteren. En kom je uit op stijlen. Hoe je dat doet? Ik deel met jou vier tips.
Pas de verhoudingen aan in je outfit. Trek een kledingstuk als een broek of trui hoger of juist lager, dan dat het automatisch gaat zitten om je lijf als je het aandoet. Kijk wat er gebeurt. Welke verhouding wil je? Ik raad je om aan foto’s te gaan maken van de verschillende verhoudingen. Als je een broek aantrekt met een trui, neem een foto van jou in die broek. Vervolgens trek je de broek 10 cm hoger. Maak weer een foto. En daarna vouw je de broekspijpen een stuk omhoog. Maak weer een foto. Je gaat nu de drie foto’s goed bekijken en kijk wat je ziet. Wat vind je zelf het fijnste zitten en waarvan voel je: dit ben ik?
Denk in lagen. Trek drie kledingstukken over elkaar aan. Zoals een dunne coltrui met een dikkere trui erover heen en dan weer een colbert. Stroop de mouwen op van je trui of je colbert, wat zie je er onder vandaan komen? En stroop dan het colbert nog verder op. Tot net onder je elleboog. Wat zie je nu ontstaan? Hoe wil je spelen met die lagen stof? Let ook op wat er met je taille gebeurt als je je kleding opstroopt.
Voeg fournituren toe aan je kledingstuk. Haal alle knopen van je kleding af en zet er nieuwe knopen op. Die vind je in een vintage winkel of bij een fourniturenzaak. Breng biezen aan op je kledingstuk. Naai een patch, kralen of glitters op je kleding. Zie jouw kledingstuk als een grondstof voor jouw creatie.
Wees niet bang om een schaar in je kledingstuk te zetten. Creëer zo een ruimere hals van je trui, een kortere onderkant van je vest of haal vijf centimeter van je broek. Het kan een heel verschil maken in draagcomfort en look passend bij wat jouw dagelijkse activiteiten zijn.
Kortom pas aan, voeg toe, haal weg! Wil je meer tips? Dan kom ik graag winkelen met jou in je kast om alle mogelijkheden van jouw kledingstukken te laten zien en om jouw persoonlijke stijl te achterhalen.
Foto: Anne den Haan