Waarom styling een 21st-century skill zou moeten zijn
“De eerste keer dat ik hoorde van een ‘stylist’ zal eind jaren negentig geweest zijn. Het was een tijd van make-overs en pimpen (herinnert iemand zich nog Pimp My Ride op MTV?) en het ging allemaal over auto’s, mensen hun uiterlijk, en interieurs die he-le-maal anders moesten. Hoe drastischer de verandering hoe grootser de reveal. De stylisten in deze programma’s waren vooral shoppers. Ze legden kussentjes op de bank of plaatsten vaasjes in de vensterbank, ze verruilden een bril voor contactlenzen, snoerden een riem om een taille en droegen stapels nieuwe kleren iemands kast in. Nieuwe woonkamer, nieuwe kledingkast, nieuw persoon.
Deze zelfde tijd was ook de periode waarin ik mijn studiekeuze aan het maken was. Ik wist al dat ik een creatief beroep wilde, en ik wilde helemaal zelf dingen bedenken en die uitvoeren: Een Echte Schepper.
Niet iemand die kussentjes op een bank legt dus.
Afstudeerproject Digna “Minimal Dress” (fotograaf Lisa Klappe)
Na mijn toelating aan een academie was ik vastbesloten om ontwerper voor de publieke ruimte te worden; voor Nut en Algemeen Belang. (Jongvolwassenen kunnen nog wel eens pretentieus zijn.) De jaren op de academie hebben me echter in een totaal andere richting geleid. Ik studeerde af; niet met bankjes in het park of bewegwijzering in het station maar met projecten die verwezen naar de mate van onze consumptie en die als doel hadden om bewuster te zijn van onze eigen omvang en plaats ten opzichte van de wereld in zijn geheel. Ik besloot te gaan ontwerpen in tijdelijkheid. Ik wilde geen tijdloos design maar werken met met vergankelijkheid; ik werd food designer.
Steeds wanneer iemand mij vroeg wat dat dan is, food designer, volgde de invullende vraag “ben je dan bezig met styling, borden opmaken enzo?”
En ik gruwde, want styling was in mijn hoofd nog steeds een soort scheldwoord voor pseudo-creativiteit. Pffff…. Een beetje de sperziebonen dresseren zeker?
Boy was I wrong.
Boy was I arrogant.
Digna
Styling zou ik definiëren als het (her)schikken van bestaande elementen. Daarvoor is enorme creativiteit nodig, weet ik nu. Je moet de status quo los kunnen laten en dwars door alles wat is kunnen zien wat kan zijn. Je moet begrijpen dat de context ook de betekenis kan veranderen, en een meester zijn in het begrijpen van beeldende associaties. Voor de duidelijkheid; ik heb het hier niet over het plaatsen van een paar nieuwe kussentjes op de bank.
Ik heb het wél over de vorm van styling zoals Chiara die toepast. Ze werkt met wat er is, laat de status quo los en vindt nieuwe betekenissen. Zij ziet wat kan zijn.
Zij creëert zonder nieuwe objecten te maken, zonder nieuwe bronnen te gebruiken of nieuw afval te produceren. En daar kan ik als ontwerper alleen maar bewondering voor hebben. Want hoe goed een ontwerp ook is; het zijn vaak wel nieuwe spullen die de wereld in geholpen worden. Of op z’n minst worden er energiebronnen aangewend om iets te kunnen maken. Goede styling heeft geen nieuwe grondstoffen nodig om toch iets nieuws te maken, dat bewijst Chiara wel.
Wat ik zo interessant vind aan styling (een mens kan nogal van gedachten veranderen hè?) is de potentie om steeds met dezelfde dingen een totaal nieuw gevoel te kunnen oproepen. Styling heeft een associatie met mode, en juist daarin is styling duurzaam. Waar mode telkens nieuwe producten ontwikkelt weet styling een veranderende tijdsgeest of een nieuwe mood op te roepen zonder per sé nieuwe producten te gebruiken. En dat is broodnodig, willen we onze (kleding)consumptie terugdringen. Minder kopen klinkt namelijk heel goed, maar tegelijk willen we toch ook vernieuwen, ontwikkelen, en mogen veranderen? Hoe commercieel mode ook is, er zit een diepere laag onder die de ontwikkelingen in de wereld aan ons spiegelt. Een goede stylist zoals Chiara kan uit een bestaande garderobe nieuwe outfits samenstellen als vertaling van een veranderende tijdsgeest. Van een veranderende stijl ook trouwens, of een veranderend lijf, een veranderend leven… Zij transformeert de betekenis van kledingstukken door er opnieuw mee te combineren. Alles krijgt een nieuwe relevantie.
Sinds mijn kennismaking met Chiara ben ik meer gaan nadenken over styling, en hoe onterecht oppervlakkig dat woord overkomt. Het is geen onnodige luxe om jezelf te stylen; het kan juist heel basaal zijn. Een oefening in vindingrijkheid en werken met wat je hebt.
Volgens mij is het tijd om styling te re-claimen; weg van de kaping door hypercommercie en terug als aller-toegankelijkste vorm van creativiteit voor iedereen. Want ook als je nog geen krabbel kan maken, geen noot kunt zingen of geen danspas kan zetten: ons aankleden kunnen we allemaal.
Wie toelaat om zichzelf te stylen zal al snel merken dat dit geen oppervlakkig uiterlijk vertoon is, maar een avontuurlijke start van de dag die je begint met een eerste creatieve daad.
Als Een Echte Schepper. “
-Digna